Historie der D.S.K.: Veterinair erfgoed en de Diergeneeskundige Studenten Kring

In december 2021 bestond de studie diergeneeskunde 200 jaar. Om dit te vieren zijn er afgelopen jaar verschillende activiteiten rondom dit jubileum georganiseerd en is er weer veel aandacht besteed aan de geschiedenis der diergeneeskunde. Komend jaar kunnen jullie als DDx lezers elke bundel een nieuw geschiedenisartikel omtrent verschillende thema’s verwachten, beginnend met het ontstaan van de studie en de D.S.K..

Gildestein

Halverwege de 18e eeuw werd Nederland, toen nog de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, geteisterd door de veepest. Veeartsen bestonden toentertijd nog niet en medische zorg was hierom beperkt. Het duurde echter nog meer dan een halve eeuw voordat de eerste opleiding tot veearts werd opgericht. Nederland was hier zeker geen voorloper in, in 1762 werd in Frankrijk de eerste veterinaire opleiding ‘Une école pour le traitement des maladies des bestiaux’ geopend. Hoofd van de rijschool, Claude Bourgelat, was de oprichter van deze school die voornamelijk gericht was op de paardengeneeskunde, hoewel ook Frankrijk grote economische impact kende door de veepest. Meerdere landen, zoals Engeland en Denemarken, volgden met een veterinaire opleiding waarna in 1821 de Rijksveeartsenijschool te Utrecht werd opgericht. Reden hiertoe waren de continue uitbraken van veepest en daarnaast behoefte aan paardenartsen voor defensie. Voor 30.000 gulden werd de buitenplaats ‘Gildenstein’ gekocht, wat wij nu kennen als de Biltstraat. Meneer van Lidth de Jeude was Directeur en Alexander Numan werd aangesteld als hoogleraar. Hoewel andere veterinaire scholen docenten in dienst namen met een veterinaire achtergrond, was Numan een humaan medicus. Later nam hij de rol van de Lidth de Jeude over en werd Numan benoemd tot directeur.


bron: facebook.com/herinner je utrecht

Faculteit

In 1918 verhoogde de status van de Rijksveeartsenijschool en werd de naam gewijzigd naar ‘Veeartsenijkundige Hoogeschool’. De diergeneeskunde blijft ontwikkelen en wordt steeds meer gelijkgesteld met de humane medische opleiding. Dit leidt ertoe dat in 1925 de Universiteit Utrecht een Veeartsenijkundige faculteit opent en de hogeschool een faculteit wordt. De rector stelt tijdens zijn welkomstwoord dat de ‘veterinaire collega’s’ door de toetreding tot universiteit uit hun ‘isolement’ zijn gestapt. Of dat werkelijk waar is laat ik graag aan de lezer over. De overstap naar universiteit bracht ook andere vernieuwingen met zich mee. Hoewel de minister reeds in 1920 aan de Hoogeschool had laten weten dat vrouwelijke studenten welkom waren, liet Jeanette Voet tot 1925 op zich wachten alvorens ze als eerste vrouw een stap binnen de faculteit diergeneeskunde zette. Vervolgens studeerde zij in 1930 af als eerste vrouwelijke veearts, de studie duurde toen immers nog 5 jaar.

De D.S.K.

De ‘kwekelingen’ van de rijksveeartsenijschool snakten in de tweede helft van de 19e eeuw naar enige vorm van vereeniging. Naast de studie woonden zij in een internaat en tijdens avonden stappen raakten ze geregeld in conflict met niet-veterinaire studenten. Hierom zagen zij mogelijkheid om in 1865 een sociëteit op te richten genaamd ‘Absyrtus’. De sociëteit bevond zich in een zaaltje op het Neude, leden droegen een groen fluwelen hoed met zilveren lint en om lid te worden moest je een 6 weekse ontgroening doorstaan. ‘Absyrtus’ ontwikkelde zich en werd een studentencorps met eigen sociëteitsgebouw tegenover de stadsschouwburg. Een andere vereniging die tevens uit deze tijd stamt is de Veterinaire Studenten Kegelclub ‘D.I.G.’, bestaande uit een select groepje veterinaire mannen welke tot op heden wekelijks gezamenlijk kegelen. De populariteit van ‘Absyrtus’ nam echter gedurende de jaren af, de ontgroening was veel in opspraak en nieuwe studenten sloten zich liever aan bij studentenbonden, verenigingen zonder ontgroening. In 1925 werd ‘Absyrtus’ opgeheven, verwacht werd dat veterinaire studenten zich voortaan zouden mengen onder andere studenten.
Dit gebeurde enigszins, veterinaire studenten voegden zich bij de algemene studentenverenigingen in Utrecht, maar desondanks werd in 1932 de Diergeneeskundige Studenten Kring opgericht om de belangen van de diergeneeskunde student te behartigen. De eerste algemene ledenvergadering vond plaats in Hôtel l’Europe op het Vredenburg, nu bekend als Hotel Smits. Gebruiken als het zingen van het lied ‘’Absyrtus, dir gehör ich’’ en ‘’Vive le corps, Véterinair’’ zijn niet verloren gegaan na het opheffen van het studentencorps ‘Absyrtus’. Gedurende de jaren die volgden vonden vele ontwikkelingen plaats. De D.S.K. organiseerde activiteiten zoals lezingen, borrels, de eerste editie van Peerdepieten in 1958 en in 1968 werd de eerste ‘Brr-tup’ uitgebracht, voorganger van de DDx. Reden hiertoe was de behoefte van de studenten aan een onafhankelijk veterinair studentenblad. Hier tot in detail op ingaan houd ik u tegoed.


Vaandel van Absyrtus.
bron: Herinneringen aan de biltstraat… en 30 jaar uithof, Buma, K. Driessen, F.

door: Nena Spyksma

bronnen:

Luyendijk-Elshout, A. M. (1984). C. Offringa, van Gildestein naar Uithof. 150 jaar diergeneeskundig onderwijs in Utrecht, II, Faculteit der Veeartsenijkunde (1925-1956). Faculteit der Diergeneeskunde (1956-1971). 

Luyendijk-Elshout, A.M. (1984). C. Offringa, Van Gildestein naar Uithof. 150 jaar diergeneeskundig onderwijs in Nederland, I, ‘s Rijksveeartsenijschool (1821 – 1918) ; Veeartsenijkundige Hoogeschool (1918 – 1925).