Gastblog KNMvD Mei
Wist jij dat de KNMvD fungeert als vraagbaak voor haar leden en advies geeft op veterinair, juridisch en sociaaleconomisch terrein? Een van de onderdelen waar ze vaak vragen over krijgen is arbeidsovereenkomsten met in het bijzonder concurrentiebeding. Dit is altijd een lastig onderdeel, vandaar dat de KNMvD speciaal voor jullie naar aanleiding van jurisprudentie een stuk heeft geschreven.
Ruim geformuleerd concurrentiebeding en toch overtreding ervan door werknemer
B. heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met A., exploitant van een Turks restaurant met filialen op Rotterdam Zuidplein en in het Alexandrium. In de arbeidsovereenkomst met B. zijn drie bedingen opgenomen: nevenwerkzaamheden-, concurrentie- en geheimhoudingsbeding.
Schending nevenwerkzaamhedenbeding?
B. is werkzaam in het filiaal in het Alexandrium. Op een dag loopt hij samen met een derde (D.) een rondje door de zaak aldaar en samen meten ze ruimte, machines, wordt er kortom letterlijk in de keuken gekeken. B. erkent dit gedaan te hebben. Deze D. wil echter een eveneens Turks restaurant openen en wel in de directe nabijheid van het filiaal op Zuidplein. B. blijkt een financier te zijn van dit nieuw te starten restaurant.
Bedrijf A. stelt dat B. hiermee niet alleen het nevenwerkzaamhedenbeding schendt, maar ook het geheimhoudings- en concurrentiebeding en sleept B. voor de rechter.
Volgens B. vond het gesprek met D. plaats in het kader van een sollicitatie bij D.. Maar moeten daarvoor machines e.d. bij A. opgemeten worden? Niet bepaald logisch en dat zag de rechter ook zo. Zeker ook omdat B. op Facebook een bericht geplaatst heeft waarin hij een oproep doet: “Wij zijn op zoek naar enthousiaste medewerkers. Kom jij ons team versterken?”. Ook heeft B. in een gesprek met A. erkend dat hij de naam voor dit nieuwe restaurant verzonnen heeft. Kortom, het heeft er alle schijn van dat B. een belang in dit nieuw te openen restaurant heeft.
Dat het gedurende het dienstverband van B. bij A. nog niet open was, doet er niet toe. Het gaat bij nevenwerkzaamheden ook om directe of indirecte betrokkenheid of financiële interesse bij werkzaamheden of zaken gelijk aan of vergelijkbaar met die van A. Reeds het bezighouden met, of betrokken zijn bij de voorbereiding daarvan, is al verboden.
Kort nadat B. ontslag genomen heeft, ging het nieuwe restaurant open. De rechter is dan ook van mening dat alle omstandigheden bij elkaar te beschouwen zijn als voorbereidende handelingen (en een en ander was dus al in een vergevorderd stadium) voor het opstarten van een sterk met A. overeenkomend restaurant in de nabijheid van filiaal Zuidplein. En dus een schending van het nevenwerkzaamhedenbeding door B. opleveren.
Schending geheimhoudingsbeding?
Het feit dat B. persoon D., een concurrent van A., een rondleiding door het bedrijf van A. geeft en daarbij machines, apparatuur bestudeerd heeft, metingen verricht heeft, is een schending van dit beding. Er wordt D. letterlijk een kijkje in de keuken gegeven, waarbij hij van alles ziet, iets wat een willekeurige passant niet zomaar ziet. D. kreeg op deze manier inzicht in de specifieke werkwijze van A., kreeg kortom vertrouwelijke informatie. Iets wat men nu net niet wil delen met Jan en alleman en al zeker niet met mogelijke concurrenten.
Geldig concurrentiebeding?
Het rechtens te respecteren belang van A. is niet het tegengaan van concurrentie in het algemeen, maar het voorkomen dat B. met gebruikmaking van de kennis van de onderneming, die hij zonder die werkzaamheden voor A. niet zou hebben, zijn ex-werkgever rechtstreeks concurrentie zou kunnen aandoen en daarmee zichzelf of D. een ongerechtvaardigde voorsprong in concurrerend handelen zou kunnen bezorgen.
In het beding staat dat het gaat om ‘de in dit artikel verboden activiteiten’ zonder te melden welke activiteiten of werkzaamheden verboden zijn. Het beding moet dus uitgelegd worden, het komt dan aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
De kantonrechter is van oordeel dat het voor beide partijen duidelijk moet zijn geweest dat het beding slechts ziet op werkzaamheden die concurrerend zijn aan de door A. uitgevoerde werkzaamheden. A. heeft immers geen enkel belang bij het inperken van het recht op vrije arbeidskeuze van B. voor zover dat ziet op andersoortige activiteiten dan die in het kader van de exploitatie van een Turks restaurant.
Het beding is schriftelijk overeengekomen, in een contract voor onbepaalde tijd met een meerderjarige werknemer. Tot zover niets aan het handje en in beginsel is B. er aan gebonden. Maar er is geen enkele beperking opgenomen, geografisch noch temporeel. En dan komt mogelijk het recht (grondrecht) van B. op vrije arbeidskeuze in de knel. Want
feitelijk wordt het B. nu onmogelijk gemaakt om voor een onbepaalde periode waar dan ook werkzaam te zijn in de horeca-branche. En daarmee wordt B. onredelijk benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van A, aldus de kantonrechter.
De kantonrechter besluit het concurrentiebeding gedeeltelijk te vernietigen. Het beding zal worden gematigd: de temporele reikwijdte zal worden beperkt tot de (gebruikelijke) duur van één jaar. De geografische reikwijdte wordt beperkt tot de regio waarin A. voornamelijk actief is, Rotterdam dus.
Schending concurrentiebeding?
Nu vastgesteld is dat er een concurrentiebeding is, dat temporeel en geografisch beperkt is, is de vraag of B. dit geschonden heeft. Vast staat dat B. binnen enkele weken na het einde van zijn dienstverband bij A. gestart is bij D. Dit nieuwe restaurant is op dezelfde markt gericht als A. en heeft zowel qua uitstraling als aanbod sterke gelijkenissen met de restaurants van A. Ook ligt het op enkele tientallen meters afstand van A.’s filiaal op Zuidplein en ligt het zelfs gunstiger. Door binnen enkele weken na einde dienstverband bij D. te gaan werken, heeft B. het concurrentiebeding overtreden, aldus de kantonrechter. Het had B. ondanks de buitengewoon ruime formulering van het beding duidelijk moeten zijn dat hij niet zeer kort na ontslagname bij A. bij D. aan de slag mocht gaan met het verrichten van op dezelfde markt gerichte concurrerende werkzaamheden, nota bene op een steenworp afstand van A.’s filiaal op Zuidplein.
Samengevat
B. heeft alle bedingen overtreden en moet de gevorderde boetes betalen. De rechter ziet geen enkele reden om deze te matigen.
Conclusie
Het formuleren van een concurrentiebeding luistert nauw. Zelfs al is een werknemer er in beginsel aan gebonden, het betekent niet dat een werkgever dan altijd aan het langste eind trekt. Maar ook als werknemer moet je op je tellen passen. Ook al is het beding buitengewoon ruim geformuleerd en lijkt het op het eerste gezicht niet stand te kunnen houden, een rechter kan het gedeeltelijk vernietigen en de reikwijdte beperken waardoor je alsnog in overtreding kunt zijn.
Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2021:3001