Gastblog KNMvD juni

DE HUISARTS, EEN RICHTLIJN; VOLGEN OF NIET?

Het is altijd leuk om een uitstapje te maken naar een ander vakgebied, zeker als dat veel raakvlakken heeft met de diergeneeskunde. Daarom in deze nieuwsbrief een uitspraak in een zaak van een huisarts.

 De zaak

In de zaak die voor het tuchtcollege Eindhoven belandde, had een huisarts een bejaarde patiënte met slaapproblemen behandeld. Kennelijk zijn de problemen zo ernstig dat de gebruikelijke middelen geen nut hebben. De huisarts wijkt dan ook af van de NHG-standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen uit 2014 en het Farmacotherapeutisch Kompas. Het middel dat hij voorschrijft, schrijft hij vervolgens ook nog eens voor in de dubbele dosering.

Een half jaar later, de patiënte heeft inmiddels een andere huisarts, overlijdt mevrouw. Haar nabestaanden dienen een klacht in tegen de voormalige huisarts en stellen onder andere dat deze ten onrechte afgeweken is van de NHG-standaard en het Farmacotherapeutisch Kompas.

Het oordeel

Net als het Veterinair Tuchtcollege (VTC), stelt het tuchtcollege in deze zaak (RTG) dat als het gaat om richtlijnen, deze in beginsel in acht genomen moeten worden. Maar soms kan je – en in bepaalde gevallen moet je – ervan afwijken.

Als maatstaf geldt vervolgens ook voor artsen in de humane zorg dat aan een patiënt de zorg behoort te worden verleend, die in de omstandigheden van het geval van een redelijk bekwaam arts mag worden verlangd. Dat betekent dat als je als arts afwijkt van de richtlijn, je dat moet kunnen beargumenteren. Het feit dat je bent afgeweken van een richtlijn is op zichzelf bezien niet voldoende voor een geslaagd tuchtrechtelijk verwijt. Maar het volgen van een richtlijn betekent ook niet automatisch dat je als arts juist hebt gehandeld.

In deze zaak bij  het RTG heeft de huisarts uitgelegd waarom hij is afgeweken van de richtlijnen. Het RTG had zelf misschien een andere keuze gemaakt of gekozen voor een andere dosering, maar wijst de klacht als ongegrond af. Immers, de huisarts heeft bij het voorschrijven een weloverwogen en gemotiveerde keuze gemaakt en is daarbij ook nog eens voorzichtig geweest door het medicijn eerst uit te proberen.

Moraal van het verhaal?

Een protocol volgen is niet per se hetzelfde als goede zorg verlenen. Bij iedere patiënt moet maatwerk worden geleverd, waarbij een protocol, richtlijn of standaard vaak wel, maar soms ook niet gevolgd kan worden. Die richtlijnen, protocollen of standaarden geven aan wat in het algemeen als goed medisch handelen bij de gemiddelde patiënt wordt gezien. Afwijken mag dus maar het moet wel goed gemotiveerd én gedocumenteerd worden. Uiteraard moet je dan niet vergeten om ook de patiënt goed voor te lichten. Heb je dus de afwijking goed gemotiveerd én gedocumenteerd én de patiënt goed voorgelicht dan kan het tuchtcollege stellen dat binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gehandeld.

Betekenis voor de dierenartsen?

Ook in de diergeneeskunde bestaan richtlijnen, leidraden en protocollen die aangeven wat in het algemeen als good veterinary practice heeft te gelden. Je mag ervan afwijken, soms moet je ervan afwijken. Maar te allen tijde geldt dat je het afwijken moet kunnen motiveren en dat je deze motivering vooral ook goed (schriftelijk) moet vastleggen. Ook de eigenaar van het dier moet je goed informeren. Een goede verslaglegging is dus van groot belang; we kunnen het niet vaak genoeg herhalen! Het kost even tijd, maar het kan het verschil maken tussen een gegronde en een ongegronde klacht.  

Vindplaats: ECLI:NL:TGZREIN:2020:84