DDx artikel – Problemen bij raskatten
Problemen bij raskatten
Door Jennifer Koetsier
Bij rassenproblematiek denken we vaak meteen aan honden. Doordat de meeste honden die we kennen rashonden zijn, zijn er veel genetische ziektes bij ze te vinden. Bij de Franse Bulldog denken we meteen aan de brachycefale snuit, allergieën en dermatitis en bij de Duitse Herder zien we meteen heupdysplasie en spondylose voor ons. Bij katten hebben we echter vaak geen idee. De gemiddelde Nederlander weet misschien niet eens 5 kattenrassen op te noemen. Ondertussen neemt het aantal raskatten toe en veel van deze rassen hebben met minstens even grote problemen te kampen als de rashond.
Polycystic Kidney Disease (PKD)
PKD is een ziekte waar enorm veel kattenrassen mee te maken hebben. Zoals de naam al doet vermoeden ontstaan er bij katten die aan deze ziekte lijden gedurende het leven steeds meer blaasjes in de cortex en medulla van de nieren. Dit heeft nierfalen ten gevolg. De meeste katten met PKD sterven tussen hun vierde en achtste levensjaar. Omdat deze ziekte autosomaal dominant overerft, wordt hij gemakkelijk overgedragen. Kattenrassen die een grotere kans hebben op PKD zijn onder andere de Britse korthaar, de Maine Coon, de Oosterse korthaar, de Pers en de Scottish Fold.
Hypertrofische CardioMyopathie (HCM)
Bij deze aandoening is de hartspier verdikt. Dit kan een lange tijd het geval zijn voordat er zich plotseling symptomen voordoen. Doordat het hart vergroot is, is er minder ruimte voor bloed in de atria en ventrikels, waardoor er per hartslag minder bloed rondgepompt kan worden. Om hiervoor te compenseren zal het hard krachtiger samenknijpen, wat ten gevolg heeft dat het myocard alleen maar dikker wordt. De kat kan dan bijvoorbeeld ineens benauwd worden, doordat er vocht in de longen terecht komt, de conditie gaat achteruit en er is een grotere kans op trombose. HCM komt vooral erg vaak voor bij de Main Coon en de Ragdoll, deze rassen kunnen dan ook een DNA-test krijgen om te zien of ze drager zijn van het gen. Verder komt HCM ook voor bij andere rassen, zoals bijvoorbeeld de Britse korthaar, de Pers, de Siamees en de Sfynx.
Neonatale Iso-erytrolyse
Neonatale Iso-erytrolyse ontstaat als de moederpoes bloedgroep B heeft en de kater bloedgroep A of AB. De moederpoes bezit antistoffen tegen bloedgroep A, deze komen via de eerste melk die het kitten drinkt door de darm barrière heen in het bloed terecht. Hier breken ze de erytrocyten af, als de kitten bloedgroep A heeft. Dit lijdt tot anemie en icterus. Er kan eventueel een bloedtransfusie gedaan worden, maar vaak is dit niet effectief. Er kan een bloedgroepentest gedaan worden voor er met twee katten gefokt wordt. Neonatale Iso-erytrolyse komt voor bij onder andere de Bengaal, de Britse korthaar, de Devon Rex, de Pers, de Ragdoll en de Sfynx.
Brachycefalie

Photo by Dan Wayman on Unsplash
Dit is niet alleen een probleem wat zich voordoet bij honden. De Pers, Burmees, Britse korthaar, Exotic shorthair en de Scottish fold hebben allemaal te kampen met het Brachycefaal Obstructief Syndroom (BOS). Net zoals bij honden leidt dit bij deze katten tot een vermoeilijkte ademhaling, dystocia, gebits- en oogproblemen (denk aan cornea ulcers, entropion en cornea sequester). Bovendien kunnen deze katten zichzelf vanwege de te korte kaak minder goed wassen, dit lijdt tot huid- en vachtproblematiek. Gelukkig heeft het verbod op fokken van kortsnuitige dieren wat maart 2019 is ingegaan ook betrekking op katten, dit moet erin resulteren dat de snuiten van bovengenoemde rassen met verloop van tijd minder kort zullen worden en de problemen zullen afnemen.
De Pers
Doordat de Pers last heeft van alle bovengenoemde problemen (PKD, HMC, neonatale iso-erytrolyse en BOS) en bovendien een vergrootte kans heeft op heupdysplasie, staat de Pers bovenaan de lijst van de ziektste kattenrassen.

Photo by Peter Hasselbom on Flickr
Rex en Sfynx
De Rex en Sfynx is erg bekend omdat hij haarloos is. Veel mensen staan er echter niet bij stil dat deze katten, behalve hun vacht, ook hun snorharen en haartjes in hun oren en neus missen. De snorharen zijn erg belangrijk voor een kat, de afwezigheid hiervan vormt voor de Rex en de Sfinx een grote handicap. De kale huid zorgt ook voor veel problemen, de katten zijn een stuk gevoeliger voor kou en voor de zon en hebben dan ook veel huidproblemen. Denk hierbij aan Malassezia dermatitis (een huidinfectie door gisten), zonnebrand en een te vette huid. Door de te vette huid moet de kat regelmatig gewassen worden, terwijl de naakte kat net zo weinig van water houdt als de normale kat. De afwezigheid van haar in neus en oren zorgt bovendien voor voorste luchtweginfecties en oor problemen. De Devon Rex heeft bovendien een grotere kans op FIP, Neonatale Iso-erytrolyse en myopathie. Ook is er door de afwijkende vorm van de kop sprake van dystocia. De Devon Rex staat vanwege deze problemen op nummer twee van de lijst met ziekste kattenrassen.
Maine Coon
Zoals eerder genoemd zijn PKD en HMD veel voorkomende problemen bij de Maine Coon. Dit zijn echter niet de enige aandoeningen die vaker voorkomen bij de Maine Coon. Ook heupdysplasie, lenscataract, nasopharyngeale poliepen, patellaluxatie en doofheid komen regelmatig voor. Alles bij elkaar zorgt dit ervoor dat de Maine Coon op nummer drie staat van de “ziektste kattenrassen”

Photo by Bee Felten- Leidel on Unsplasj

Photo by Kris Mikael Krister on Unsplash
Scottish fold
Veel mensen vinden de Scottish fold vanwege zijn gevouwen oortjes een schattig ras. Het ras wordt bovendien over het algemeen gezien als “lekker rustig”. Wat echter vaak vergeten wordt, is dat de gevouwen oortjes het gevolg zijn van een kraakbeen afwijking (osteochondrodysplasie). Deze afwijking bevindt zich niet enkel in de oren, maar ook in alle gewrichten van de kat. De reden dat het ras zo rustig is, is dat het domweg pijn doet om veel te bewegen. De kraakbeenafwijking leidt tot artrose, misvormde, kortere pootjes en artritis. Hiernaast is de Scottish fold een brachycefaal ras, en leidt dus aan BOS, heeft het een grotere kans op PKD, neonatale iso-erytrolyse en aangeboren doofheid.
Munchkin

Photo by Tetsu Yamazaki
De Munchkin staat bekend om zijn korte pootjes, het is ook wel de tackle onder de katten. De korte pootjes ontstaan door een autosomaal dominant letaal gen. Dit houdt in dat kittens die homozygoot zijn voor dit gen niet levensvatbaar zijn. Munchkin katten kunnen vanwege de korte poten een stuk minder makkelijk springen en rennen, iets wat katten juist graag doen. Bovendien is er door de misvormde pootjes na verloop van tijd sprake van artrose. Ook komen lordose (een holle rug) en scoliose regelmatig voor en hebben veel Munchkin katten een pectus excavatum (een deuk in het sternum).
Conclusie
Net als bij het fokken van honden wordt er bij het fokken van katten vooral naar het uiterlijk van de kat gekeken. De korte pootjes, platte snuit en kale huid zijn gewild, ondanks dat deze eigenschappen voor groot ongemak bij de katten zorgt. Ook zijn er veel erfelijke ziektes die bij raskatten voorkomen, doordat er met een te kleine groep katten is gefokt. Net als bij honden is het beter om voor een “vuilnisbak” (europese korthaar) te kiezen. Wil je meer weten over raskatten en de problemen die bij ze voorkomen? Kijk dan eens op www.raskattenwijzer.nl.