DDx artikel – Jagers en (wild)verzamelaars
Een bezigheid die al jaren onder vuur ligt, is de jacht. Met meer dan 26.000 jagers in Nederland is dit zeker geen uitstervende soort. Tussen deze jagers zitten ook een aantal dierenartsen. Hoefsmid Gerben Bronkhorst, werkzaam bij departement Gezondheidszorg Paard, is zelf in het bezit van een jachtvergunning en geeft onze lezers een kijkje in de wereld van de jacht.
Papierwerk
Om mee te doen aan de jacht moet je een jachtvergunning, ook wel jachtakte, hebben. Hiervoor moet je de jachtopleiding doen. Deze vergunning dient elk jaar verlengd te worden door de politie. Met het nodige papierwerk zorg je er zo voor dat je een wapen mag hebben en gebruiken voor jachtdoeleinden. Het bejaagbare veld wordt door jachthouders in de gaten gehouden. Zij moeten een jachtveld zo managen dat er een redelijke wildstand is zodat de soort kan voortbestaan, maar ook dat de omgeving niet lijdt door een overschot aan wild. Denk hierbij aan boeren die gewassen in het jachtveld verbouwen of natuurbeheer van bossen, heide en andere plantensoorten.
Diersoorten
Er is een vijftal diersoorten benoemd tot wild waarop gejaagd mag worden in het jachtseizoen. Hieronder vallen de fazant, het konijn, de houtduif, de haas en de wilde eend. Andere diersoorten zoals edelherten, damherten, reeën, wilde zwijnen, ganzen, kraaien, kauwen en vossen kunnen nu alleen in het kader van diersoortbeheer of schadebestrijding worden bejaagd. Hierbij worden opdrachten aan jachthouders of jagers uitgezet om de populaties in bedwang te houden. Bij te grote populaties groeit de kans op aanrijdingen en ongelukken met wild. Ook kunnen te grote populaties in hun omgeving veel schade aanrichten. Een ander risico wat wild met zich meebrengt zijn dierziekten zoals Afrikaanse varkenspest, tularemie en aviaire influenza. Jagers hebben ook te werken met bepaalde protocollen om de risico’s van dierziekten te verminderen. Zo worden dood gevonden wilde zwijnen aangegeven bij de wildcoördinator en vossen niet met blote handen aangeraakt.
Tellingen
In het voorjaar, voor het geboorteseizoen worden tellingen gedaan, waarbij op een vrijdagavond, zaterdagochtend en zaterdagavond wild op bepaalde vaste plekken wordt geteld. Aan de hand van deze tellingen wordt een berekening gedaan die een schatting maakt hoe groot de populatie in een bepaald gebied is. De mensen die hier tellen, waaronder Gerben, herkennen de groepen dieren en proberen hierdoor te zorgen dat de dieren niet dubbel worden geteld. Een kudde reeën kan je bijvoorbeeld herkennen aan groepsgrootte, kleur van de dieren en gewei van de bok. Om deze telling eerlijk te laten verlopen gaat er altijd iemand mee die het jachtveld niet kent en dus onpartijdig is. Op deze manier kan het toegewezen afschot niet door de jachthouder zelf bepaald worden.
Wild in de voedselketen
Het vlees van bijvoorbeeld herten, ganzen en wilde zwijnen wordt zeker niet weggegooid. Wild is in Nederland een delicatesse geworden en een groot deel wat geschoten wordt belandt uiteindelijk weer in de voedselketen. In Nederland zijn 767 aanbieders van wild. Op de website van de Nederlandse Jagersvereniging is zelfs een kaart te vinden met punten waar je in de buurt wild kunt kopen. Wel kan je sommige soorten maar seizoensgebonden kopen, omdat zij in bepaalde periodes in het jaar niet geschoten mogen worden.
Tegenbeweging
Dierenrechtenactivisten willen al jaren een verbod op jagen. Zij pleiten voor diervriendelijkere opties zoals mechanische verjagers die met licht en geluid ganzen verjagen of beter afgescheide natuurgebieden zodat de hertenpopulatie zichzelf in stand kan houden en geen overlast veroorzaken. Het liefst zien zij de natuur zichzelf herstellen door middel van verbindingen tussen de natuurgebieden, het verwijderen van landbouwgrond tussen de stukken en het terugkomen van natuurlijke grote predatoren zoals wolven.
De tegenbeweging groeit, maar dat weerhoudt de jagers er niet van om hun hobby te beoefenen. Maar wat is nu het mooie aan de jacht? Dit vroeg ik aan Gerben. “Het mooie aan de jacht is, het één zijn met de natuur. Het buiten zijn geeft ontspanning. Daarnaast vind ik het mooi om daar waar het natuurlijk evenwicht verstoord is, bij te kunnen sturen door van bepaalde diersoorten dieren uit een populatie weg te nemen. Hierdoor komt de natuurlijke draagkracht, verkeers- en vliegveiligheid en populaties van andere diersoorten in balans. Denk bij het laatste o.a. aan predatie door vossen van weidevogels en nesten. Bijkomend voordeel, maar dit is wel van secundair belang, dat je op deze manier ook mag oogsten uit de natuur, want duurzamer vlees dan wild bestaat er niet! Wij hebben ook twee jachthonden die vaak mee gaan en zo hun passie, waar ze voor gefokt zijn tot uiting kunnen brengen”. Het idee dat jacht een bezigheid is van de oude garde is achterhaald. Ook jongeren en steeds meer dames blijken interesse te tonen in de jacht. Jagen is van alle tijden, en zal dit ook nog lang blijven.
Annick Vugs